“Wat zou er nou in die onderste lades zitten, weet jij dat?” vroeg mijn moeder.
Het was een winterse woensdagmiddag, de boodschappen waren gedaan, de was draaide, de plantjes hadden water. Ieder met een dampende kop thee in de hand, richtten we onze aandacht op de mahoniehouten secretaire. Al zolang ik me kan herinneren staat die antieke ladekast met schrijfblad centraal in het interieur van mijn ouders. Omdat het schrijfblad altijd uitgeklapt is, zou je haast vergeten dat erónder drie grote, diepe lades schuilgaan. Het waren die lades waar mijn moeder nu nieuwsgierig naar was.
Op mijn knieën voor de secretaire trok ik de zware lades een voor een open. Daar, weggestopt onder breinaaldenkokers en fotografiespullen, lagen mijn oude schoolrapporten, het poëziealbum van mijn moeder, een pakket vergeelde brieven, bonnenboekjes en officieel-uitziende documenten, en foto’s. Véél foto’s: momentopnames uit de levens van minstens vier generaties Van Oorten, Van der Woerd-en, Baart-en en De Roo’s.
De tekst gaat verder onder de foto’s >

Wát een geweldige aanvulling op het ‘Koffertje van Opa’! Veel van deze spullen zijn namelijk juist afkomstig van mijn moeders kant van de familie. Ze vertellen over mijn Leidse opa en oma, die ik óók niet gekend heb. Hier liggen de grappige liedteksten die mijn oma rond 1910 verzamelde; de brief waarmee mijn opa in 1916 eervol ontslag kreeg uit militaire dienst (hij was ‘milicien kannonier’); een aandoenlijke, 70 jaar oude, handgeschreven rekening van de timmerman die een extra deuropening maakte….
Het is veel en overweldigend, en werkelijk álles is interessant. In deze lades liggen de verhalen van mijn familie(s) besloten. Stukjes van de levens van mijzelf, mijn ouders en grootouders, ooms, tantes. Documenten die ons bestaan en onze identiteit bewijzen, foto’s van mijlpalen en brieven vol belevenissen en gedachtes. Opgeborgen in een paar ongebruikte lades: te kostbaar om weg te gooien, maar niet ‘nodig’ en dus vergeten.
>> Volgende keer: Kamppost